Fotosessie met God
'Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde' - Exodus 20:4
God vindt het niet leuk als je een tekening van hem maakt of hem fotografeert. Hierover ontstaat geregeld veel ophef, maar ik begrijp hem wel. Hij is bepaald niet verlegen en durft zich best te openbaren. Maar een zekere gene over het verloop van het project is hem om begrijpelijke redenen niet vreemd en bovendien hecht hij nogal aan zijn privacy. Voor je het weet staat je foto op Facebook en beginnen de mensen commentaar te leveren op je uiterlijk.
Er is overigens – even een misverstand rechtzetten – geen sprake van dat God een baard heeft, want hij weet heus wel dat hij alleen fris geschoren wellicht nog enige kans maakt in amoureuze sferen. Na het verstrijken van nogal wat jaren is God immers niet meer de jonge adonis die hij was toen hij een jonge adonis was. Kortom, er is wellicht ook enige ijdelheid in het spel.
Het oorkussen van de duivel. Niemand weet wat dit betekent, maar God uiteraard wel. Je fluistert – geïnspireerd – wat leven in verse klei, in de hoop dat het resultaat een perfecte kopie is van je bevallige spiegelbeeld. Dit gaat niet helemaal goed. Voor je het weet staat een stoet van ongeschoren figuren in de rij voor de hemelpoort. Het is weerzinwekkend en hier wil je echt helemaal niets mee te maken hebben. Je doet dus alsof je niet thuis bent en je laat je moeder en je zoon de zaken afhandelen. Ook dit loopt uit op een faliekante mislukking, dus ten einde raad hou je het voor gezien en plaats je onder valse naam een overlijdensadvertentie.
Gisteren sprak ik met zijn broer. Wij wandelden samen naar het strand van Bergen aan Zee, omdat wij benieuwd waren naar de show van het nieuwe toneelgezelschap. Wij lazen elkaar voor uit Plato’s Symposium, het wereldboek waarin de goden de mensen vanwege hun blasfemische ambities doormidden hakken, waarna grappig genoeg het romantische idee ontstaat dat de mensen naar hun ideale wederhelft zoeken. Je gelooft het niet, maar de broer van God verklapte een vreemd geheim: God kan niet lezen en ook niet schrijven! Nu ja, zegt zijn broer, hij zal het vast wel kunnen, maar hij heeft er weinig belangstelling voor, want hij heeft genoeg aan de volheid van zijn geweldige zelf. Ik moest denken aan de welbekende Boeddha beeldjes: ironisch gegiechel doet een tevreden buikje trillen, en je weet dat je staart naar de hemelbol die jou omgeeft en die resoneert op de eeuwige glimlach.
Dit alles verklaart veel van de misverstanden die onlangs zijn ontstaan. God die na alle teleurstellingen nog enige aandacht aan de halve mens besteedt en enkele regels voor beschaafde omgang in een kleitablet tikt? Dit moet een verzinsel zijn van Mozes en de ijdele zelfgenoegzamen die na hem kwamen. Zij die niet aarzelen hun goede bedoelingen kracht bij te zetten met brandstapel, kapmes en verbale terreur.
En zo is er voorbij de irritaties van ‘de wereld van de wereld’ het verlangen naar een plek waar je gewaagde grapjes kunt maken over het analfabetisme van God en zijn tamelijk zonnige kijk op het leven. Een vrijplaats waar je zonder gêne je kunt laven aan het vreemde en het andere. Ik weet uit ervaring dat God zich af en toe stiekem vertoont in de openbare bibliotheek en het niet erg vindt als je na een ondeugend babbeltje vraagt of je een foto van hem mag maken. Zijn zelfbenoemde plaatsvervangers zullen er schande van spreken, maar hij zal het geinig vinden.
Is het daarom niet sneu dat de verzamelde openbare bibliotheken van Nederland in de afgelopen maanden bij herhaling vergaten te doen wat ALA President Courtney Young op 7 januari deed? Doen wij genoeg om het vrije woord te beschermen? Zijn wij mentaal en fysiek gewapend tegen aanslagen van welke aard en uit welke hoek dan ook? Hier moest ik aan denken toen enige tijd terug een nieuwe bibliotheekdirecteur tijdens een SOOB vergadering een indringende vraag stelde.
Wat doet u?
Stefan Hoegen
1
Geplaatst door ytswvpwf op 2016-08-05 10:57:56