Bibliotheekwerk in dorpen
Het bibliotheekwerk in dorpen is al sinds het eind van de vorige eeuw een issue. Aanvankelijk ging de zorg uit naar de verschraling van het voorzieningenniveau. Als gevolg van schaalvergroting en rendabiliteit verdwenen – en verdwijnen nog steeds – voorzieningen, met een negatieve invloed op de leefbaarheid van dorpen. Vaak was de bibliotheek één van de laatste openbare voorzieningen en de zorg was dat ook die zou verdwijnen. Uiteindelijk is dat meegevallen. De laatste jaren gaat het vooral om de gevolgen van de bezuinigingen voor het bibliotheekwerk in het landelijke gebied, waardoor er nu daadwerkelijk in behoorlijke aantallen bibliotheekvoorzieningen verdwijnen.
Nu spelen er meerdere ontwikkelingen in het landelijke gebied van Nederland die van belang zijn voor de inrichting van het bibliotheekwerk aldaar.
Trends landelijk gebied
In opdracht van de VNG heeft Alterra in mei 2015 het trendrapport Ruimte voor de toekomst in het landelijk gebied uitgebracht. Rond de maatschappelijke voorzieningen zijn de voor de bibliotheeksector belangrijkste trends voor de komende vijftien jaar als volgt samen te vatten:
1. Het platteland wordt steeds meer een multifunctionele leef- en werkomgeving. De overheersing van de agrarische sector neemt af. Boerderijen worden zorgboerderijen, internetwinkels vestigen zich ook in dorpen, installaties voor duurzame energieopwekking verschijnen, recreatieve voorzieningen nemen in aantal toe. Dorpen worden veelzijdiger.
2. Schaalvergrotingblijft een trend in de organisatie van voorzieningen voor het landelijk gebied. Lokale bibliotheken, scholen, buurthuizen, zorginstellingen en ziekenhuizen worden gesloten en geconcentreerd in de grotere kernen in het landelijk gebied.
Voorzieningen en leefbaarheid zijn trouwens niet langer meer aan elkaar gekoppeld:
- In het landelijk gebied zullen autonome dorpen, waar alle voorzieningen aanwezig zijn, veranderen in woondorpen. Steeds meer bewoners vinden de kwaliteit van de woning en hun woonomgeving veel belangrijker dan de nabijheid van allerhande voorzieningen. Dorpsbewoners zijn mobiel genoeg om de gewenste voorzieningen te bereiken, zoals ze ook naar hun werk forenzen. Een zorgpunt daarbij zijn wel de ouderen in het landelijk gebied die een laag inkomen hebben, niet mobiel zijn en een beperkt sociaal netwerk hebben.
- Een teruglopend aantal voorzieningen maakt een dorp niet automatisch minder aantrekkelijk en leidt niet meteen tot demografische krimp. Andersom is de terugloop van het aantal voorzieningen ook niet enkel het gevolg van demografische krimp. Het komt ook door andere ontwikkelingen, zoals schaalvergroting, internetverkoop en een veranderd consumenten- en mobiliteitsgedrag.
3. Burgers en bedrijven brengen oplossingen voor lokale problemen. Als bewoners belang hechten aan lokale voorzieningen, kunnen en zullen zij zich organiseren om alternatieven te bedenken, vaak in overleg met maatschappelijke partijen en de gemeente. Ze ontwikkelen steeds vaker initiatieven in het landelijk gebied, met veel draagvlak.
De toename van kleinschalige en lokale initiatieven van burgers en bedrijven gaat gelijk op met de afname van voorzieningen als gevolg van schaalvergroting. Als tegenhanger van de verdere schaalvergroting is er in toenemende mate behoefte aan meer lokale verschillen, kleinschaligheid, menselijke maat. Overzichtelijkheid, eerlijkheid en authenticiteit zijn daarin belangrijk. En authenticiteit is doorgaans eerder te vinden bij een kleine, lokale ondernemer, die niet onderneemt voor het geld, maar voor het plezier dat hij heeft in het vervaardigen en aan de man brengen van zijn ambacht. Ook hebben steeds meer ondernemers oog voor de bijdrage die ze kunnen leveren aan maatschappelijke vraagstukken, vaak aangeduid als ‘sociaal-cultureel ondernemerschap’.
Maar niet in alle dorpskernen komen initiatieven van de grond. Door het wegvallen van voorzieningen kunnen afhankelijke groepen in de problemen komen.
4. Technologische innovatie zal op het platteland de bedrijvigheid en de leefbaarheid vergroten, tegen de gevolgen van de schaalvergroting in. Deze innovatie heeft gevolgen voor organisaties, consumenten en de wisselwerking tussen beide. Technologie houdt voorzieningen in landelijk gebied binnen handbereik:
- De komende decennia zullen er steeds meer technologische en organisatorische producten komen die een alternatief vormen voor de huidige voorzieningen. Denk hierbij aan gezondheidszorg op afstand (e-health) en zorgrobots. Deze technologie kan gekoppeld worden aan sociale innovaties als de oprichting van zorgcoöperaties, zodat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen op afgelegen locaties.
- De bezorging van producten aan huis, als vervanging voor winkels in de omgeving, zal zich ook verder ontwikkelen. Mogelijk aangevuld met lokale productie van producten, bijvoorbeeld door 3D-printing.
Samenvattend
Fysieke, professionele commerciële en maatschappelijke voorzieningen voor de bevolking verdwijnen uit het landelijk gebied, maar compenseren hun vertrek met 'digitale' dienstverlening. De inwoners vinden dit geen probleem, behalve de groep minder mobiele en draagkrachtige ouderen. Waar een grotere groep inwoners toch fysieke voorzieningen missen, ontstaan steeds vaker kleinschalige, lokale initiatieven van burgers en bedrijven. In Eindhoven wordt dit zelfs door de gemeente gestimuleerd: de Burgerbibliotheken komen tot stand met subsidie als alternatief voor de inmiddels gesloten, duurdere filialen van de Bibliotheek Eindhoven. Sterke koffie.
En wat nu?
Hoe zou uw bibliotheek op de genoemde ontwikkelingen kunnen of moeten reageren? In grote lijnen komt het neer op:
- doorontwikkelen van digitale dienstverlening en zo mogelijk – ook al zijn er tot op heden geen geslaagde (financieel gezonde) voorbeelden – bezorging aan huis
- extra aandacht blijven besteden aan de beperkt mobiele ouderen, maar natuurlijk ook de jeugd tot een jaar of twaalf die veel baat heeft bij een voorziening in de onmiddellijke nabijheid
- ontwikkelen van een visie op de omgang met kleinschalige initiatieven van burgers en ondernemers: wel of niet stimuleren en/of ondersteunen en zo ja, tegen welke voorwaarden en hoe?
Minibiebs en Boekspots
Een voorbeeld van lokale initiatieven zijn de uit de VS overgewaaide little free libraries. Burgers stellen eigen boeken ter beschikking om onderling uit te lenen. In Nederland functioneren ze onder meer onder de naam Minibieb (minibieb.nl) – enkele honderden in aantal – en Boekspot (boekspots.nl) – enkele tientallen.
De meningen in de sector over deze op zich sympathieke voorzieningen zijn verdeeld. Er zijn bibliotheken die er niets mee te maken willen hebben, met name vanwege de gemiddelde kwaliteit van de boeken die het imago van de bibliotheek niet helpt. Maar andere bibliotheken zien ze als een manier om bijvoorbeeld naast een Bibliotheek op school voor de jeugd ook volwassenen in een kleine kern iets te bieden, tegen lage kosten en met een hoge betrokkenheid van de dorpelingen.
Exemplarisch voor mijn sterrenbeeld Tweelingen zie ik zelf ook beide kanten van de ruilbibliotheekjes. Wat prevaleert: het imago van kwaliteit en professionaliteit of het imago van duurzaamheid en originaliteit? Zo gesteld voel ik wel een voorkeur, maar mijn mening als adviseur is: elke bibliotheek moet haar eigen keuze maken, passend bij het imago dat ze nastreeft.
Tja, wat vindt u ervan?