Het Walkietalkie-mysterie
Al dagen krijg ik deze vraag te horen “Mama, hoe gaat de ene walkietalkie nou naar de andere?”. Vrij vertaald: hoe werken die apparaten toch in hemelsnaam. Mijn eerste reactie was om even te Googlen, maar omdat een bezoekje aan de plaatselijke bieb toch op het menu stond, riep ik “Laten we dat straks aan de juffrouw van de bieb vragen.” En zo geschiedde…
De hele familie werd in de auto geladen en hup richting de Bibliotheek. Na onze boeken netjes in te hebben geleverd, stapte zoonlief en ik vol vertrouwen op de eerste bibliothecaris af die we in het vizier kregen. Een alleraardigste dame die ons doorverwees naar haar collega’s een verdieping hoger. Daar waren inderdaad twee bibliothecarissen te vinden maar beiden erg druk bezig met het uitleggen van de werking van het kopieerapparaat aan een andere vragende bibliotheekbezoeker. “Laten we maar alvast in de kast gaan kijken” zei ik.
Zoonliefs nieuwsgierigheid bereikte ondertussen een hoogtepunt. Hij had een andere bibliotheekdame tussen de kasten gespot. Vol goede moed stapte hij op haar af en vroeg haar naar verlossing omtrent het walkietalkie-mysterie. Ook deze dame was alleraardigst maar moest ons het antwoord verschuldigd blijven. Even geduld nog tot de twee collega’s beschikbaar waren. En wat bleek? Het raadsel was meer dan welkom omdat bibliothecaris één toevallig bibliothecaris twee aan het inwerken was. Stiekem kon ook ik mijn geluk niet op, want ik zou nu getuige zijn van een live inwijding in het bibliotheek vak.
Nadat mijn zoontje zijn vraag opnieuw had gesteld en zijn leeftijd vriendelijk had medegedeeld, doken beide bibliothecarissen de catalogus in. Helaas leverde ‘walkietalkie’ niet zoveel op en ‘radio’ eigenlijk ook niet. “Laten we even in de kast gaan kijken” sprak bibliothecaris één. We huppelde verwachtingsvol achter ze aan en beiden trokken wat boeken uit de kast alvorens er driftig in te bladeren. Het bibliothecarisbloed kruipt waar het niet gaan kan en dus begon ik zelf ook mee te zoeken. Zoonlief verloor ondertussen zijn interesse in het onderwerp en spotte een – ogenschijnlijk véél interessanter – boek over helikopters. “Tja, ik weet niet of we iets over walkietalkies gaan vinden in deze boeken” sprak bibliothecaris één voorzichtig uit. Dat donkerbruine vermoeden begon ik ook te krijgen maar ik beet mijn tong af om niet te zeggen “Nou dan gaan we thuis wel even Googlen”. Ik was dit bibliotheekexperiment begonnen en zou het helemaal afmaken.
Wat zou bibliothecaris één dan nu gaan doen? Zou ze bibliothecaris twee mee terug nemen naar de computer? Een grondig staaltje ‘hoe zoek je online’ op hem loslaten? Booleanse operatoren, fuzzy zoeken en truncatie uit gaan leggen? De wereld van YouTube laten zien met filmpjes van bijvoorbeeld Willem Wever? Leren hoe je een goede online zoekvraag op kan bouwen? En als ze er dan echt niet uit kwamen, mijn e-mailadres en telefoonnummer noteren om het mysterie van de walkietalkie op een later moment uit te zoeken? Helaas, niets van dit alles... Zoonlief kreeg het antwoord dat dít mysterie een mysterie zou blijven.
En zo kwam het dat we buiten stonden met lege handen. Ik teleurgesteld over de werkwijze van de bibliothecarissen, met mijn zoontje die nog steeds niet weet hoe zijn walkietalkie werkt. “Kom schat, we gaan thuis wel even Googlen!”
Babette Egges
begges@probiblio.nl