Studiedag Vergrijzing! Hoe houd je je dorp vitaal?
Donderdag 17 maart organiseerde de Kring Andragologie van de UvA in Havelte een studiedag over de vergrijzing van het platteland. De dag was bedoeld voor professionals en vrijwilligers van bedrijven, overheden en instellingen, maar ook voor actieve burgers! Bekend is dat er sprake is van een bevolkingsdaling op het platteland die ook nog eens gepaard gaat met een grote vergrijzing. Dit levert voor de dorpen grote uitdagingen op. Hoe houden wij het platteland leefbaar?
Stijging ouderdomspercentage
De cijfers liegen er niet om: In 2040 zal 4,7 miljoen van alle Nederlanders ouder dan 65 zijn. Nu is dit 2,7 miljoen. Het aantal 80 plussers gaat zelfs van 0,7 miljoen naar 2 miljoen. Dit betekent dus een dubbele vergrijzing. Als we de cijfers van het platteland erbij pakken dan zien we dat de vergrijzing daar nog dramatischer is. Het aantal 65 plussers stijgt van 26,6 procent naar 41,8 procent in 2040 en het aantal 80 plussers naar 19,1 procent!
Bij deze aantallen is het van belang dat we ‘oud zijn’ als normaal gaan zien en dat veel ouderen blijven participeren. Op die manier wordt de vierde levensfase een fase met een eigen betekenis waarbij aandacht voor verscheidenheid voorop staat.
Uit onderzoek blijkt dat mensen boven de 65 minder bereid zijn om te verhuizen. Men blijft zitten waar men zit terwijl jongere generaties wel naar elders uitwijken.
Ouderdom en de overheid
Omdat de overheid zich verder terugtrekt is het de bedoeling dat burgers zichzelf gaan organiseren en initiatieven gaan ontplooien. Voor de groep succesvolle, vitale en goed opgeleide senioren, die hun eigen regie willen houden, geldt dat zij daartoe bereid zijn. Maar er is ook een grote groep kwetsbare ouderen met een laag inkomen, (soms) alleenstaand met een slechtere gezondheid en verkerend in een isolement. De kloof tussen deze twee groepen mag niet te groot worden.
Er zitten echter nog meer haken en ogen aan het ingezette beleid van de overheid:
- We kennen een sterke individualisering.
- We denken erg in Overheid, in Europa geldt: ‘Hoe zuidelijker hoe meer familie, hoe noordelijker hoe meer overheid’.
- Noord-Europa kent zwakke familieverbanden, mantelzorg werkt daar niet.
- Er wordt veel meer verwacht van coöperaties/mensen die zich organiseren rond een bepaald thema of probleem op het terrein van de zorg, milieu, energie en natuur.
Natuurlijk zijn er al voorbeelden van Zelforganisaties/Coöperaties en andere Burgerinitiatieven, maar het is nog niet voldoende. De toekomst ligt dus vooral in het vormen van Coöperaties voortkomend uit burgerinitiatief.
Men verwacht veel van nieuwe technologie als social media en domotica, maar dit kan de behoefte aan fysiek ontmoeten niet vervangen. Opvallend was de behoefte, bij de deelnemers van de studiedag, om de Dorpshuizen te 'pimpen' en nieuw leven in te blazen, terwijl de bibliotheken in het hele verhaal niet voorkwamen.
Coöperaties
Om een Coöperatie succesvol te maken zijn een aantal zaken van belang:
- Een coöperatie opstarten is een serieuze zaak en zeker geen liefdewerk oud papier.
- Het gaat om elkaar vinden en het stellen van gemeenschappelijke doelen.
- Het durven aangaan van risico’s.
- Het gaat om de juiste expertise in huis hebben of halen, dit kan ook bijscholing betekenen.
- Het draait om open source.
- Het moet een lokaal karakter hebben, maar ook een vorm van globalisering (internet, nieuwe media).
- Het gaat om de kunst van het verbinden van initiatieven, voor een betere zichtbaarheid.
Overheden hebben het vaak nog moeilijk met deze vormen van burgerinitiatieven. Vroeg of laat komt een coöperatie toch in aanraking met regelgeving en dus met de lokale overheid. Vaak nemen de lokale overheden het burgerinitiatief over, omdat het goedbedoelde initiatief in een format moet passen waar de burgers zich vervolgens niet meer in herkennen en ‘de zaak’ doodbloedt.
Voorzieningen
Vaak worden deze burgerinitiatieven gedragen door de vitale, of robuuste, senioren van rond de 55 jaar en is er weinig tot geen contact met de kwetsbare ouderen. Ook is er minder oog voor de problematiek van deze kwetsbare, vaak veel 'oudere' ouderen.
Bij deze groep gaat het vooral om een sterk teruglopende gezondheid waardoor woningaanpassingen en nieuwbouw in de dorpen gewenst zijn. Zeker als we bedenken dat het aantal plaatsen in zorginstellingen de afgelopen 30 jaar met 25 procent is afgenomen terwijl het aantal 80 plussers in diezelfde periode van 300.000 naar 650.000 is gestegen.
Om dit probleem het hoofd te kunnen bieden, moeten woningen in wijk en dorp aangepast worden aan deze groep ouderen. Om een goed beeld te krijgen van wat gewenst is, is het op tijd maken van risicoprofielen essentieel.
Voor het verkrijgen van een goede sociale cohesie in het dorp is tot slot van belang:
- Vorm een goed beeld van de sociale identiteit (welke groepen zijn er).
- Breng het sociaal kapitaal in beeld (welke kennis en kunde is er).
- Verbind het geheel met zoveel mogelijk sociale creativiteit.
Conclusie van de dag
Het zal voorlopig nog wel wat voeten in de aarde hebben om burgerinitiatieven tot succesvolle coöperaties te smeden. Burgers moeten wennen aan hun nieuwe rol en niet meer naar de overheid kijken voor het oplossen van bepaalde problemen. Aan de andere kant zullen burgers ook niet helemaal om de overheid heen kunnen vanwege de regels en dat maakt een dergelijk initiatief ook wel complex. Er zullen contracten aangegaan moeten worden met de overheid.
Senioren die er tijd in willen steken, zullen behoefte krijgen aan scholing (regels en procedures, coalities smeden) en ontmoeten. Zodat zij volwaardige professionele gesprekspartners van de overheid en andere (commerciële) partijen kunnen worden. Het zullen vooral goed opgeleide, robuuste (gezonde) senioren zijn die het voortouw nemen, maar de uitdaging zal ook zijn om de brug te slaan naar de kwetsbare, soms laagopgeleide senioren.
Nogmaals, bibliotheken werden op deze dag niet of nauwelijks genoemd en dat is toch vreemd. Zij dienen als centra voor informatie, het delen van kennis en kunde gericht op de eigen lokale bevolking en ze zijn daarmee een ultiem podium voor burgerinitiatieven.
Kortom, enorme kansen en mogelijkheden voor bibliotheken om met deze ontwikkelingen aan de slag te gaan, maar daartoe zullen zij zich veelal zelf moeten aanbieden als partner of platform!
Voor meer informatie
Peter Spuij, tel: 023 554 63 41 en 06 22 73 94 65, e-mail pspuij@probiblio.nl
1
Geplaatst door eoaayptx op 2016-08-05 11:05:45